Tweedaagse Cursus groepenkasten bedraden:
Geen enkel probleem! Bedenk alleen dat het bedraden van groepenkasten schroef en/of installatieautomaten aan regels gebonden zijn! Deze regels vind je in de NEDERLANDSE NORMEN (NEN1010)
LET OP! In 2 dagdelen van elk 4uur kunnen wij u het bedraden van groepenkasten leren (schroef-en Installatieautomaten 1-en 3 Fase) Bel voor afspraak: 010-7866016 / 0618900363 of meld je aan via het contactformulier!
Een hoofdschakelaar is sinds september 2005 verplicht in elke groepenkast. Dit geldt voor woningen waarvan de bouwvergunning na deze datum is afgegeven of waarbij ingrijpende aanpassingen gedaan zijn aan de elektrische installatie of groepenkast.
Een aardlekschakelaar is een extra beveiliging van de installatie. Er kunnen fouten optreden waarbij de installatieautomaat (nog) niet uitschakelt. Vaak heeft dit te maken met oude apparaten in een vochtige omgeving, zoals een koelkast of vrieskist. Er kan gevaar ontstaan als de aarding van zo'n apparaat niet in orde is. Het apparaat kan dan onder stroom komen te staan zonder dat dit leidt tot uitschakeling van de installatieautomaat. In dat geval biedt de aardlekschakelaar extra veiligheid.
Al bij een kleine lekstroom schakelt de aardlekschakelaar uit. Zo staat er geen spanning meer op het apparaat en kan je het zonder gevaar aanraken. Als de aardlekschakelaar uitgeschakeld kunnen de volgende stappen worden genomen;
Veel mensen weten dit niet, maar een aardlekschakelaar moet regelmatig getest worden. Op de aardlekschakelaar zit een testknop en zodra deze wordt ingedrukt moet de aardlekschakelaar automatisch uitschakelen. Reageert de aardlekschakelaar niet op de testknop, neem dan contact op met een elektriciën.
Groepen met een overstroombeveiliging (stop/zekering) van ten hoogste 25 A waarvan
wandcontactdozen deel uitmaken, moeten zijn beveiligd door een aardlekschakelaar
met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA. Dit geldt enkel indien deze wandcontactdozen zijn aangebracht in ruimten waar sprake is van de volgende gebruiksfuncties of subgebruiksfuncties;
Kortom, in woonhuizen moeten bij het vervangen, uitbreiden of aanpassen van de
groepenkast alle groepen verplicht worden beveiligd door een aardlekschakelaar.
Hoeveelheid aardlekschakelaars
Vroeger bestond er nog onderscheid tussen zogenaamde natte en droge groepen. Natte groepen waren bijvoorbeeld de keuken of de badkamer. Toen hoefden alleen de stopcontacten van de droge groepen beveiligd te worden. Tegenwoordig moeten alle stopcontacten verplicht beveiligd worden door een aardlekschakelaar, ongeacht of het een natte of een droge groep betreft.
Het is niet verstandig om alles achter één aardlekschakelaar te plaatsen, omdat dan bij
uitschakeling de gehele installatie spanningloos raakt. Er moeten dan ook altijd minimaal twee aardlekschakelaars worden toegepast. Het is aan te raden om de groepen van één verdieping te verdelen over beide aardlekschakelaars. In geval van storing heb je dan toch nog altijd een lichtpunt in de buurt.
Er mogen maximaal 4 groepen worden geplaatst achter één aardlekschakelaar. Het maakt hierbij niet uit of deze groep 2 of 4-polig is uitgevoerd.
Toepassing aardlekschakelaars in kantoorpanden
In kantoorruimten behoeven de wandcontactdozen niet achter een 30mA ALS geplaatst te worden. Wel dient hierbij gekeken te worden of aanvullende bescherming, door middel van een aardlekschakelaar, niet om een andere reden gewenst is, bijvoorbeeld omdat er niet een voldoende lage aardverspreidingsweerstand haalbaar is (dit geldt doorgaans bij TT-stelsels). Bij een verdeler van 160A is altijd sprake van een TN-stelsel en is de circuitweerstand voldoende laag.
Er zijn internationaal wel discussies gaande om de Aardlekschakelaar ook verplicht te stellen in de kantooromgeving, zover is het echter nog niet.
Wanneer de installatie aan de nieuwste normen moet voldoen
De bestaande installatie moet voldoen aan de eisen ten tijde dat de woning werd gebouwd. Als aan deze installatie niets gebeurd dan zijn er geen aanpassingen nodig.
Wanneer er uitbreidingen/aanpassingen plaatsvinden aan de elektrische installatie dan
moeten deze voldoen aan de laatste normen.
Met betrekking tot de groepenkast betekend dat het volgende:
Kortom, elke nieuw aangelegde groep moet altijd worden beveiligd achter een aardlekschakelaar.
Beltransformator
Een beltransformator is nodig voor de juiste werking van een deurbel. De deurbel werkt namelijk op zwakstroom (meestal 8 Volt) en kan dus niet op 230Volt worden aangesloten. Hiervoor wordt een beltransformator gebruikt. De beltranformator zit meestal in de meterkast en zorgt ervoor dat de stroomvoorziening van 230 Volt naar meestal 8 Volt wordt omgevormd.
Aparte groepen
Apparaten met een hoger vermogen dan 2000 Watt vereisen een aparte groep, bijvoorbeeld;
Opmerking: Elke nieuw aangelegde groep moet altijd worden beveiligd achter een aardlekschakelaar.
Aantal groepen in een groepenkast
Op een 1 fase groepenkast (1x230Volt/35-40A) mogen maximaal 12 groepen.
kookgroep
Een kookgroep of fornuisgroep bestaat uit 2 gekoppelde groepen. Als je bijvoorbeeld elektrisch wilt gaan koken, moet de groepenkast uitgebreid
worden met een zogenaamde kookgroep. Een kookgroep kan toegepast worden bij kooktoestellen (inductie/keramisch) met een maximaal aansluitvermogen van ten hoogste 7300 Watt. Bij kooktoestellen met een aansluitvermogen vanaf 7400 t/m 11.400 Watt dient gebruik te worden gemaakt van een krachtgroep, welke alleen kan worden toegepast bij een 3-fasen aansluiting.
Aardlekautomaat
Een aardlekautomaat is een installatieautomaat (groep) gecombineerd met een aardlekschakelaar. Dit is een uitstekende oplossing voor bijvoorbeeld de tuinverlichting.
1-fase of 3-fase groepenkast
Bij het aanschaffen van een nieuwe groepenkast, kom je voor de keuze tussen een
1-fase en een 3-fase groepenkast te staan. In de meeste huizen zit een 1-fase groepenkast.
Door op de KWh meter te kijken naar de aansluitwaarde is te controleren welk type aansluiting de betreffende woning heeft;
Het type aansluiting staat tevens vermeld op het jaaroverzicht van betreffend energiebedrijf.
Voor een woning zal in het algemeen een aansluiting met een hoofdbeveiliging van 1x35A
voldoende zijn.
De hierboven genoemde vermogens zijn het verwachte maximaal gelijktijdig af te nemen vermogen. Dat wil zeggen, het vermogen wat gemiddeld gelijktijdig gebruikt wordt. Bij een te verwachten groter gelijktijdig vermogen, dus bij een gebruik van meer dan 8000 VA (Watt), zal een driefasen aansluiting aangevraagd moeten worden.
Een installatieautomaat beveiligt de installatie tegen kortsluiting en overbelasting. Kortsluiting kan bijvoorbeeld ontstaan door een defect in een apparaat. Bij overbelasting wordt er teveel vermogen van een groep afgenomen. Dit kan gebeuren als meerdere grote verbruikers aan staan, bijvoorbeeld bij gelijktijdig gebruik van een waterkoker, een stofzuiger en een koffiezetapparaat. Maar ook als men een droger koopt en deze op dezelfde groep als de wasmachine aansluit. Daarom moeten een wasmachine en een droger altijd op twee verschillende groepen aangesloten worden.
Een installatieautomaat heeft dezelfde functie als de oude stoppen, de smeltzekeringen.
Het voordeel van de automaat is dat deze niet defect raakt, maar weer ingeschakeld kan
worden zodra de oorzaak van het uitschakelen verholpen is.
De veiligheidsaarding heeft een heel speciale functie. Deze wordt zo genoemd omdat de draad direct en zonder onderbrekers naar de aardelektrode gaat die zo diep in de grond is geplaatst, dat deze altijd in het grondwater staat.
In oude huizen zie je nog wel eens dat er geen aardelektrode/aardpen aanwezig is, maar dat de waterleiding gebruikt wordt als aarding. Toen de waterleidingen ook ondergronds nog van koper gemaakt waren gaf dat een prima aardleiding, met de huidige kunststof leidingen kan en mag dat echter niet meer. De aardleiding wordt in sommige gemeenten gekoppeld aan de aarding die deel uitmaakt vanuit de voedingskabel van uw energiebedrijf.
Kortom, de aardleiding dient verbonden te zijn met een aardpen.
Een lekstroom kan ontstaan doordat een storing is opgetreden in een apparaat waarbij op het metalen chassis elektrische spanning komt te staan. Bij een zogenaamd geaard apparaat zal de lekstroom via de wandcontactdoos wegvloeien. Bij een niet geaard apparaat, zal bij aanraking de elektrische stroom door het lichaam wegvloeien naar aarde. In beide gevallen is de retourstroom niet gelijk aan de stroom die het huis via de aardlekschakelaar is ingegaan, de aardlekschakelaar treedt in werking voordat de situatie levensbedreigend is geworden.
Aandachtspunten bij de aanleg van een nieuwe groep
Bij het aanleggen van een nieuwe groep dient u rekening te houden met het volgende; bij het aanpassen van de groepenkast is men verplicht de nieuw te plaatsen eindgroep achter een aardlekschakelaar van maximaal 30mA (=0,03A) te plaatsen.
Met andere woorden; de volledige installatie moet dan worden aangepast en achter twee aardlekschakelaar van maximaal 30mA worden geplaatst en dus ook de wasmachine.
Let wel even op, want er mogen maximaal maar 4 groepen op één aardlekschakelaar.
De aanwezigheid van aardlekschakelaars in nieuwe en gewijzigde huisinstallaties is in Nederland volgens de NEN 1010 sinds 1975 verplicht. Ze worden veelal in de groepenkast opgenomen. In installaties na 1996 en sinds 1 september 2005 is het zelfs verplicht, om in woningen waarvan de bouwvergunning is afgeven na deze datum, alle eindgroepen in de groepenkast verdeeld achter twee aardlekschakelaars van 30mA te plaatsen (bij meer dan twee eindgroepen).