Hieronder treft u een aantal FAQ vragen en antwoorden. Wij hopen dat u een antwoord vindt.
Stroomstoring
Wanneer is een hoofdschakelaar verplicht?
Een hoofdschakelaar is sinds september 2005 verplicht in elke groepenkast.
Dit geldt voor woningen waarvan de bouwvergunning na deze datum is afgegeven of waarbij ingrijpende aanpassingen werden gedaan aan de elektrische installatie of de groepenkast.
Wanneer is een aardlekschakelaar verplicht?
Groepen met een overstroombeveiliging (stop/zekering) van ten hoogste 25 A waarvan
wandcontactdozen deel uitmaken, moeten zijn beveiligd door een aardlekschakelaar
met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 mA. Indien deze wandcontactdozen zijn aangebracht in ruimten waar sprake is van de
volgende gebruiksfuncties of subgebruiksfuncties:
1. woonfunctie;
2. logiesfunctie;
3. celfunctie;
4. onderwijsfunctie voor basisonderwijs;
5. onderwijsfunctie voor speciaal onderwijs;
6. bijeenkomstfunctie.
Samenvattend: In woonhuizen moeten bij het vervangen, uitbreiden of aanpassen van de groepenkast alle groepen verplicht worden beveiligd door een aardlekschakelaar.
Hoeveel aardlekschakelaars heb je minimaal nodig?
Vroeger bestond er nog onderscheid tussen zogenaamde natte en droge groepen.
Natte groepen waren bijvoorbeeld de keuken of de badkamer. Toen hoefden alleen de stopcontacten van de droge groepen beveiligd te worden. Tegenwoordig moeten alle stopcontacten verplicht beveiligd worden door een aardlekschakelaar, dus ongeacht het een natte of een droge groep is.
Het is niet verstandig om alles achter één aardlekschakelaar te plaatsen, omdat dan bij
uitschakeling de gehele installatie spanningsloos raakt. Er moeten dan ook altijd minimaal twee aardlekschakelaars worden toegepast. Het is aan te raden om de groepen van één verdieping te verdelen over beide aardlekschakelaars. In geval van storing heb je dan toch nog altijd een lichtpunt in de buurt.
Hoeveel groepen mogen er achter één aardlekschakelaar?
Er mogen maximaal 4 groepen worden geplaatst achter één aardlekschakelaar. Het maakt hierbij niet uit of deze groep 2 of 4-polig is uitgevoerd.
Hoe worden aardlekschakelaars toegepast in kantoorpanden?
In een nieuwbouw kantoorpand wordt een nieuwe verdeelkast geplaatst met daarin
een 4-polige hoofdschakelaar van 160 A. Daarin worden een aantal krachtgroepen en een aantal groepen gecombineerd (werkplek wandcontactdozen en lichtgroepen). Men heeft de groepen niet beveiligd door middel van een aardlekschakelaar. Is dit toegestaan?
In kantoorruimten behoeven de wandcontactdozen niet achter een 30mA ALS geplaatst te worden. Wel dient hierbij gekeken te worden of aanvullende bescherming door middel van een aardlekschakelaar, niet om een andere reden gewenst is, bijvoorbeeld omdat er geen voldoende lage aardverspreidingsweerstand haalbaar is (dit geldt overigens doorgaans bij zgn TT-stelsels). Bij een verdeler van 160A is altijd sprake van een TN-stelsel en is de circuitweerstand voldoende laag. Er zijn internationaal wel discussies gaande om de aardlekschakelaar ook verplicht te stellen in de kantooromgeving, maar zover is het nog niet.
Wanneer moet uw installatie aan de nieuwste normen voldoen?
De bestaande installatie moet voldoen aan de eisen ten tijde dat de woning werd gebouwd. Als aan deze installatie niets gebeurd dan zijn er geen aanpassingen nodig.
Wanneer er uitbreidingen/aanpassingen plaatsvinden aan de elektrische installatie dan
moeten deze voldoen aan de laatste normen.
Met betrekking tot de groepenkast betekend dat het volgende:
Samenvattend: Elke nieuw aangelegde groep moet altijd worden beveiligd achter een aardlekschakelaar.
Waarvoor dient een beltransformator?
Een beltransformator is nodig voor de juiste werking van de deurbel. De deurbel werkt namelijk op zwakstroom (meestal 8 Volt) en kan dus niet op 230Volt worden aangesloten. Hiervoor wordt een beltransformator gebruikt. De beltransformator zit meestal in de meterkast en zorgt ervoor dat de stroomvoorziening van 230 Volt naar meestal 8 Volt wordt omgevormd.
Wanneer moet men een aparte groep toepassen?
Apparaten met een hoger vermogen dan 2000 Watt vereisen een aparte groep. Elke nieuw aangelegde groep moet altijd worden beveiligd achter een aardlekschakelaar. Voorbeelden van deze apparaten zijn:
Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast?
Op een 1 fase groepenkast (1x230Volt/35-40A) mogen maximaal 12 groepen.
Wat verstaat men onder een kookgroep (fornuisgroep)?
Een kookgroep bestaat uit 2 gekoppelde groepen. Als je bijvoorbeeld elektrisch wilt gaan koken, moet de groepenkast uitgebreid worden met een zogenaamde kookgroep.
Een kookgroep kan toegepast worden bij kooktoestellen (inductie/keramisch) met een maximaal aansluitvermogen van ten hoogste 7300 Watt. Bij kooktoestellen met een aansluitvermogen vanaf 7400 t/m 11.400 Watt dient gebruik te worden gemaakt van een krachtgroep, welke alleen kan worden toegepast bij een 3 fasen aansluiting.
Een aardlekautomaat is een installatie-automaat (groep) gecombineerd met een aardlekschakelaar. Dit is een uitstekende oplossing voor bijvoorbeeld de tuinverlichting.
Als u een nieuwe groepenkast gaat kopen, dan moet u de keuze maken tussen een
1-fase en een 3-fase groepenkast. In de meeste huizen zit een 1-fase groepenkast.
Hoe komt u te weten welk type aansluiting u heeft ?
Dit kunt u controleren door op de KWh meter te kijken naar de aansluitwaarde.
Het type aansluiting kunt u tevens nazien op het jaaroverzicht van uw energiebedrijf.
Wanneer overstappen op een 3 fase aansluiting?
Voor uw woning zal in het algemeen een aansluiting met een hoofdbeveiliging van 1x35A
voldoende zijn.
De hierboven genoemde vermogens zijn het verwachte maximaal gelijktijdig af te nemen vermogen. Dat wil zeggen; Het vermogen gemiddeld gelijktijdig gebruikt wordt.
Bij een te verwachten groter gelijktijdig vermogen, dus bij een gebruik van meer dan 8000 VA (Watt) zult u dus een driefasen aansluiting moeten aanvragen.
Hoe werkt een installatie-automaat (groep)?
Een installatie-automaat beveiligt de installatie tegen kortsluiting en overbelasting.
Kortsluiting kan bijvoorbeeld ontstaan door een defect in een apparaat. Bij overbelasting wordt er teveel vermogen van een groep afgenomen. Dit kan gebeuren als meerdere grote verbruikers aan staan, bijvoorbeeld bij gelijktijdig gebruik van een waterkoker, een stofzuiger en een koffiezetapparaat. Maar ook als men een droger koopt en deze op dezelfde groep als de wasmachine aansluit. Om die reden moeten een wasmachine en een droger altijd op twee verschillende groepen aangesloten worden.
Een installatie-automaat heeft dezelfde functie als de oude stoppen, de smeltzekeringen.
Het voordeel van de automaat is dat deze niet defect raakt, maar weer ingeschakeld kan
worden zodra de oorzaak van het uitschakelen verholpen is.
Hoe werkt een aardlekschakelaar?
Een aardlekschakelaar is een extra beveiliging van de installatie. Er kunnen fouten optreden waarbij de installatie-automaat (nog) niet uitschakelt. Vaak heeft dit te maken met oude apparaten in een vochtige omgeving, zoals een koelkast of vrieskist. Er kan gevaar ontstaan als de aarding van zo'n apparaat niet in orde is. Het apparaat kan dan onder stroom komen te staan zonder dat dit leidt tot uitschakeling van de installatie-automaat. In dat geval biedt de aardlekschakelaar extra veiligheid.
Al bij een kleine lekstroom schakelt de aardlekschakelaar uit. Zo staat er geen spanning meer op het apparaat en kan je het zonder gevaar aanraken. Als de aardlekschakelaar uitgeschakeld is ga je als volgt te werk:
Veel mensen weten dit niet, maar een aardlekschakelaar moet regelmatig getest worden.
Op de aardlekschakelaar zit een testknop. Zodra deze wordt ingedrukt moet de aardlekschakelaar automatisch uitschakelen. Reageert de aardlekschakelaar niet op de testknop, neem dan contact op met uw elektriciën.
Wat is een veiligheidsaarding?
De veiligheidsaarding heeft een heel speciale functie. Deze wordt zo genoemd omdat deze draad direct, en zonder onderbrekers naar de aardelektrode gaat die zo diep in de grond is geplaatst, dat deze altijd in het grondwater staat. In oude huizen zie je nog wel eens dat er geen aardelektrode of aardpen aanwezig is, maar dat de waterleiding gebruikt wordt als aarding. Toen de waterleidingen ook ondergronds nog van koper gemaakt waren gaf dat een prima aardleiding, met de huidige kunststof leidingen kan en mag dat niet meer. De aardleiding wordt in sommige gemeenten gekoppeld aan de aarding die deel uitmaakt vanuit de voedingskabel van uw energiebedrijf.
Samenvattend: De aardleiding dient verbonden te zijn met een aardpen.
Een lekstroom kan ontstaan doordat een storing is opgetreden in een apparaat waarbij op het metalen chassis elektrische spanning komt te staan. Bij een zogenaamd geaard apparaat zal de lekstroom via de wandcontactdoos wegvloeien. Bij een niet geaard apparaat, zal bij aanraking de elektrische stroom door het lichaam wegvloeien naar aarde. In beide gevallen is de retourstroom niet gelijk aan de stroom die het huis via de aardlekschakelaar is ingegaan. De aardlekschakelaar treedt in werking voordat de situatie levensbedreigend is geworden.
Wat zijn aandachtspunten bij de aanleg van een nieuwe groep?
Bij het aanpassen van de groepenkast is men verplicht de nieuw te plaatsen eindgroep achter een aardlekschakelaar van maximaal 30mA (=0,03A) te plaatsen. Met andere woorden; de volledige installatie moet dan worden aangepast en achter twee aardlekschakelaars van maximaal 30mA worden geplaatst, dus ook de wasmachine.
Let wel even op, want er mogen maximaal 4 groepen op één aardlekschakelaar aangesloten worden.
De aanwezigheid van aardlekschakelaars in nieuwe en gewijzigde huisinstallaties is in Nederland volgens de NEN 1010 sinds 1975 verplicht. Ze worden veelal in de groepenkast opgenomen. In installaties na 1996 en sinds 1 september 2005 is het zelfs verplicht om in woningen waarvan de bouwvergunning is afgeven na deze datum, alle eindgroepen in de groepenkast verdeeld achter twee aardlekschakelaars van 30mA te plaatsen (bij meer dan twee eindgroepen).
Hoe zit het met de garantie op geleverde producten?
Op alle door ons geleverde producten krijgt u drie jaar garantie.
Wat kunt u doen bij een weigende aardlekschakelaar?
De aardlekschakelaar dient om de installatie (of bij meerdere aardlekschakelaars een gedeelte)
uit te schakelen bij gevaarlijke situaties. De aardlekschakelaar in de meterkast dient met een zekere regelmaat gecontroleerd te worden op de juiste werking. Dit kan simpelweg door de test knop op de aardlekschakelaar in te drukken. Als u dit doet, dan dient de aardlekschakelaar direct uit te schakelen.
Gebeurt dit niet dan is het raadzaam een vakman te waarschuwen om de aardlekschakelaar na
te kijken en eventueel te vervangen. Laat u de aardlekschakelaar niet controleren of vervangen dan kan een fout in de installatie of in een elektrisch apparaat de aardlekschakelaar niet uitschakelen. Deze situatie is bijzonder gevaarlijk. U kunt dan een elektrische schok krijgen van de installatie of het defecte apparaat. Vaak kunt u zelf de oorzaak vinden. U kunt kijken in welk gedeelte van het pand de spanning weg is. Lukt dit niet, dan is het raadzaam om een vakman te waarschuwen.
Wat kunt u doen wanneer de aardlekschakelaar uit springt en u deze er niet meer in krijgt?
Als de aardlekschakelaar spontaan uitschakelt dient u eerst te kijken waarom dit gebeurt.
Vaak is dit een kleinigheid zoals een koffiezet apparaat dat overgelopen is of een waterkoker
die overkookt. Dan dient u de betreffende stekker uit het stopcontact te halen en de aardlekschakelaar weer in te schakelen. Soms is het echter minder eenvoudig. U weet niet waarom de aardlekschakelaar uitschakelt en als u de aardlekschakelaar weer inschakelt lukt dit niet. Dan moet u als volgt te werk gaan:
Een aardlekschakelaar beveiligd nooit meer dan 4 groepen (zijn het er wel meer dan is er iets fout). Zet de groepen die achter de betreffende aardlekschakelaar zitten allemaal uit met de automaat of met het groepenschakelaartje. Zet dan de aardlekschakelaar weer in. Blijft de aardlekschakelaar zitten dan kunt u één voor één de groepen weer inschakelen. Komt u bij de groep waar de fout inzit dan schakelt de aardlekschakelaar direct uit. U weet dan in welke groep de fout zit. Zet deze groep uit en zet de rest van de groepen die geen fout geven weer aan.
Welke installatie delen veroorzaken vaak een aardlek storing?
Vaak zijn het dezelfde installatie delen die storing veroorzaken. Het is dan ook wijsheid om die delen bij storing even te controleren alvorens een vakman te waarschuwen. Installatie delen die vaak een aardlek storing veroorzaken zijn bijvoorbeeld:
De fout kan ook in de installatie zitten. Let wel, een goed aangelegde installatie kan bijna niet
spontaan een aardlek fout geven. Het zijn echter factoren van buitenaf die dit wel kunnen. Denk hierbij aan een lekkage in het platdak of een lekkage in de waterleiding boven in de meterkast. Het is verstandig dit geregeld te checken omdat er behoorlijke schade kan ontstaan als er te laat actie wordt ondernomen.
Hoe vaak moet u de aardlekschakelaar testen?
De aardlekschakelaar dient 1x per maand te worden getest. Als u dit doet dan garandeert de fabriek een juiste werking. Uit de praktijk blijkt dat aardlekschakelaars nooit of bijna nooit worden getest. Als we de mensen dan vragen waarom niet dan blijkt dat mensen het vervelend vinden als alle apparatuur met een ingebouwde klok (video, wekkerradio, thermostaat etc.) elke keer opnieuw in te moeten stellen.
Wij adviseren dan om de aardlekschakelaar te testen bij het omzetten van zomertijd naar wintertijd en ook bij het omzetten van wintertijd naar zomertijd. U moet de klokken dan toch opnieuw instellen. Zo pakt u de veiligheidstest mooi mee.
Hoe komt het dat er helemaal geen spanning meer is?
Als er helemaal geen spanning meer is dan zijn er 2 mogelijkheden;
In de eerste situatie kunt u bellen met het stroomleverend bedrijf. In de tweede situatie kunt u zelf nagaan of de verdeelkast onder de meter aan de buitenkant warm aanvoelt. Is dit het geval dan is er sprake van een overbelasting. U heeft dan meer vermogen afgenomen dan waar de hoofdzekering voor bestemd is. Dit gebeurt vaak in het voor- en najaar als gevolg van extra kachels omdat de CV nog niet aan staat of als de wasmachine en droger tegelijk aanstaan en dan ook nog de vaatwasser.
Als u zeker weet dat dit het geval is dan moet u het stroomleverend bedrijf waarschuwen. Deze zal de hoofdzekering vervangen en de kast weer veilig verzegelen. U mag dit nooit zelf doen, alles onder en aan de meter is verboden om open te maken. De hoofdzekering kan ook door een kortsluiting defect raken. Het leidt te ver om hier precies uit te leggen hoe dat kan. Het is dan echter wel zaak om een vakman te waarschuwen die de kortsluiting kan verhelpen.
Waar komt die brandlucht in mijn meterkast vandaan?
Als er een brandlucht in de meterkast hangt dan heeft dit veelal met overbelasting te maken. U kunt dan het beste nagaan wat er allemaal in huis aan vermogen is aangesloten (wasautomaat, wasdroger, vaatwasser, kookplaat, magnetron, oven / grill, etc.). U kunt dan een vakman om advies vragen of uw installatie geschikt is voor de aangesloten apparaten. Vaak hoeft een brandlucht niet het gevolg te zijn van overbelasting. Een schroef die los geraakt is of nooit goed vast heeft gezeten kan ook vreemde dingen veroorzaken. Het zal niet de eerste keer zijn dat er een schakelaar totaal verkoolt door een losse schroef. Ons advies is dan ook om de meterkast regelmatig te controleren op extreme warmte ontwikkeling.
Wat kunt u doen wanneer het licht knippert?
Als het licht knippert van een enkele lamp, dan kan het lampje aan het einde van zijn levensduur
zijn. Is het echter een hele groep in huis die regelmatig knippert, dan kan de oorzaak ernstiger zijn.
Heel vaak is dit al een voorbode van een losse schroef of een slecht contact in de groepenschakelaar. Een enkele lamp kunt u eenvoudig zelf vervangen. Bij de tweede mogelijkheid is het raadzaam om de vakman te waarschuwen.
Wat kunt u doen wanneer de stoppen heet worden?
Wanneer de smeltveiligheden (stoppen) te heet worden is dit veelal het gevolg van overbelasting van de
groep. Dit wordt veroorzaakt door b.v. 2 zware apparaten op één groep. Zware apparaten zijn bijvoorbeeld: wasautomaat, wasdroger, vaatwasser, kookplaat, magnetron, oven/grill, boiler, zonnebank, sauna etc.
Vaak kunt u het probleem verhelpen door een apparaat aan te sluiten op een andere groep. Bij nieuwe aanleg worden voor alle voornoemde apparaten dan ook aparte groepen gemaakt om de continuïteit te waarborgen. In een bestaande situatie is uitbreiding vaak wel mogelijk, alleen gaat dit vaak gepaard met een zichtbare montage van de installatie. Uw installateur zal er echter alles aan doen dit zo netjes mogelijk te doen.